Uit een recent landelijk onderzoek* onder (inmiddels volwassen) kinderen blijkt dat er tijdens de scheiding van hun ouders veel te weinig naar hen is geluisterd. Zo zegt meer dan de helft (54%) dat er géén rekening is gehouden met hun wensen ij de omgangsregeling.
De rol van het kind bij een scheiding is veelvuldig in het nieuws geweest, met name na het verschijnen van het rapport ‘Scheiden… en de kinderen dan?’ van het Platform Scheiden zonder Schade onder
leiding van André Rouvoet. In de aanloop naar De dag van de Scheiding 2018 op 14 september a.s.liet de vFAS (de Nederlandse vereniging van Familie- en erfrecht Advocaten Scheidingsmediators)
een landelijk onderzoek uitvoeren onder de inmiddels volwassen kinderen van gescheiden ouders.
Er wordt helemaal niet of onvoldoende naar kinderen geluisterd
Uit het onderzoek blijkt dat meer dan de helft van de nu volwassen kinderen ontevreden tot zeer
ontevreden terugkijkt op de scheiding van hun ouders. Ook blijkt dat 50% van de kinderen tijdens de scheiding helemaal niet over deze voor hen ingrijpende gebeurtenis heeft kunnen praten..
Dianne Kroezen, voorzitter van de vFAS, vindt de uitkomsten zorgelijk, maar is niet verbaasd. ‘Het
huidige rechtssysteem loopt nog steeds niet in de pas met de maatschappelijke behoefte. Sinds 2009
is het bij een scheiding verplicht een ouderschapsplan op te stellen, waar de kinderen ook
daadwerkelijk bij moeten worden betrokken. In Nederland worden kinderen doorgaans pas vanaf
twaalf jaar door de rechter uitgenodigd voor het zogenaamde kindgesprek. In de praktijk blijkt echter
dat veel kinderen de rechter helemaal niet spreken, of alleen een brief schrijven. Vaak wordt ook niet
gecontroleerd of kinderen daadwerkelijk zijn betrokken bij het ouderschapsplan.